Hoe arbeidsmarkparticipatie van vrouwen verder promoten?
Dat is het centrale thema van het verslag van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW) van januari 2023. Uit die analyse blijkt dat de werkzaamheidsgraad van vrouwen de afgelopen decennia sterk is gestegen, waardoor het verschil tussen de werkzaamheidgraad van mannen en vrouwen drie keer kleiner werd. Het verschil bedraagt nu iets minder dan 8 procentpunten (66,8% tegenover 74,5% in 2021).
De arbeidsmarkt is echter nog steeds sterk gesegmenteerd. Vrouwen werken over het algemeen vaker in bepaalde sectoren (persoonlijke dienstverlening, gezondheidszorg en onderwijs) en dat heeft vaak te maken met andere (oorspronkelijke) studiekeuzes. Vrouwen werken ook vaker deeltijds dan mannen. De gezinsstructuur beïnvloedt hun participatie. We stellen vast dat vrouwen over het algemeen meer uren besteden aan onbetaald werk (huishoudelijke taken, opvoeding van de kinderen enz.).
De oorsprong van genderkloven op het gebied van werkzaamheid is dus multidimensionaal (afkomst, opleidingsniveau, gezinssamenstelling, opvangvoorzieningen, sectoren, beroepen, stereotypen enz.)
Om de participatie van vrouwen te vergroten worden aanbevelingen gedaan op verschillende gebieden.
Het begint immers lang voor het betreden van de professionele wereld. Zo moeten mogelijke stereotypen binnen beroepen worden vermeden door meer stages en uitwisselingsmomenten tussen ondernemingen en het onderwijs.
Er moet voor voldoende, toegankelijke en betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit worden gezorgd om het evenwicht tussen werk- en privéleven te verbeteren. Dat evenwicht kan ook worden bevorderd door kinderen direct na school en tot het einde van de werkdag activiteiten te laten volgen. Ook een betere taakverdeling binnen het gezin blijft erg belangrijk.
VBO - Voor het VBO is een ingrijpende hervorming van onze verlofsystemen van cruciaal belang om de arbeidsparticipatie van vrouwen te verbeteren. Adequate kinderopvang en een evenwichtigere taakverdeling dragen bij tot een betere work-lifebalance. Ook meer ‘vrije’ studie- of loopbaankeuzes zijn voor zowel vrouwen als mannen belangrijk. Daardoor zouden meer vrouwen in meer mannelijke sectoren en, omgekeerd, meer mannen in meer vrouwelijke sectoren (bijvoorbeeld in de zorgsector) aan de slag gaan.