Jaarverslag RVA 2022 – Aantal uitkeringsgerechtigde voltijds werklozen daalt tot laagste niveau sinds 1977
Op 30 maart publiceerde de RVA zijn jaarverslag voor 2022. In 2022 telde België 291.694 werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen. Tegenover 2021 was dit een daling met 16,2 % en tegenover 2018 een daling met 9,3 %. In absolute cijfers gaat het om het laagste cijfer volledig werklozen sinds 1977, twee jaar voor de tweede oliecrisis.
Bekeken vanuit het perspectief van de geharmoniseerde werkloosheidsgraad (zoals gedefinieerd door de Internationale Arbeidsorganisatie en berekend door Eurostat) had België in 2022 een werkloosheidsgraad van 5,5 %, een daling met 0,8 % tegenover 2021 en met 0,5 % tegenover 2018. In de EU zit België met deze werkloosheidsgraad in de middenmoot, net onder het EU-27-gemiddelde van 6,1 % in 2022.
Als we het aantal volledig werklozen turven per gewest – onvermijdelijk in België en gerechtvaardigd gezien de gewestelijke bevoegdheden inzake werkgelegenheidsbeleid en arbeidsbemiddeling – dan telt in 2022 het Vlaamse Gewest 106.577, het Waalse Gewest 123.665 en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 61.452 werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen. Voor Vlaanderen gaat het om een daling met 24,9 % tegenover 2018, voor Wallonië met 12,9 % en voor Brussel met 4,5 %. De tendens is dus voor de drie gewesten dezelfde, maar de intensiteit ervan verschilt aanzienlijk.
Focussen we op het verband tussen volledige werkloosheid en werkloosheidsduur, dan waren er in 2022 92.509 werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen die minder dan een jaar werkloos waren, 43.364 die tussen een en twee jaar werkloos waren en 155.822 die meer dan twee jaar werkloos waren. Tegenover 2018 gaat het om een daling met respectievelijk 26 %, 23,9 % en 6,3 %. Deze evolutie zorgt ervoor dat het aandeel langdurig werklozen (+ 2 jaar) in het totaal aantal volledig werklozen tussen 2018 en 2022 toegenomen is van 47,73 % naar 53,41 %. Ervaring en onderzoek tonen aan dat die groep werklozen de grootste uitdagingen stelt op het vlak van re-integratie in de arbeidsmarkt, omdat er zich doorgaans een complexe combinatie van professionele en persoonlijke problemen stelt.
Het aantal volledig werklozen daalt dus in België en blijft al een aantal jaren dalen. Bovendien heeft de coronapandemie blijkbaar geen structureel effect gehad op deze tendens. Toch moet dit op het eerste zicht goede nieuws genuanceerd en in een bredere context geplaatst worden. Het RVA-jaarverslag erkent dat België in vergelijking met andere EU-lidstaten een zeer hoge inactiviteitsgraad heeft. In 2021 was 30,3 % van de bevolking op arbeidsleeftijd inactief. In de EU 27 bedroeg dit 26,4 %, in Duitsland 21,3 %, in Frankrijk 27 % en in Nederland 16,3 %. Dat illustreert waarom het VBO de arbeidsmarkt in België een versterkte burcht noemt.
In het RVA-jaarverslag valt op dit vlak echter te lezen dat de groep inactieven onder de Belgische bevolking op arbeidsleeftijd die geen werk zoekt, voor een bovengemiddeld groot aandeel uit personen in opleiding bestaat. Het aandeel personen met zorgtaken en met sociale of familiale redenen is min of meer vergelijkbaar met de Europese gemiddelden. Dit betekent dat iets minder dan twee derde van de Belgische inactieven deel uitmaakt van groepen die als potentiële arbeidskrachten kunnen omschreven worden en dat België een kleinere groep ontmoedigden onder de inactieve bevolking kent. De beleidsuitdaging is dus duidelijk. Om de Griekse filosoof Aristoteles te parafraseren, deze potentiële arbeidskrachten moeten worden omgezet in effectieve arbeidskrachten.