Detachering: BusinessEurope brengt de nationale werkgevers, de Europese Commissie en de Europese Arbeidsautoriteit samen
De tijdelijke detachering van werknemers binnen de EU is gestoeld op de vrije dienstverlening, een van de hoekstenen van de Europese interne markt. Uiteraard moeten misbruik en sociale dumping worden tegengegaan door de nationale arbeidsinspecties, onder coördinatie van de nieuwe Europese Arbeidsautoriteit (ELA1). Maar laten we de logica niet omdraaien: de intra-Europese mobiliteit moet worden aangemoedigd door de autoriteiten, eerder dan in het wilde weg te worden bestraft of bemoeilijkt met complexe of niet-toepasbare regelgeving!
Op 10 maart 2021 vond een uitwisselingsdag plaats tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers, de Europese Commissie en ELA. De deelnemers stelden tevreden vast dat de Europese Commissie een einde wil stellen aan de protectionistische maatregelen die bepaalde lidstaten in het leven riepen ten aanzien van bedrijven die personeel detacheren naar hun grondgebied. Zo werd vorige herfst een officiële brief gestuurd naar 25 van de 27 lidstaten, met de vraag om het gegronde en proportionele karakter van bepaalde nationale maatregelen inzake detachering te rechtvaardigen (administratieve rompslomp, boetes, zwaardere verantwoordelijkheden dan voor de binnenlandse bedrijven ...). Na de ontvangen antwoorden onderzocht te hebben, kondigde de Europese Commissie reeds aan dat ze een of andere inbreukprocedure zou kunnen lanceren. Wij hopen dat ze eindelijk tot actie zal overgaan!
Het is belangrijk om de Europese regels te kennen (er werd een Praktische gids gepubliceerd rond het onderwerp; zie ook de website die eraan gewijd is), maar ook de nationale regels moeten gekend zijn, want elk land kan de Europese richtlijnen op zijn manier omzetten! Bijgevolg blijft het een essentiële taak van elke lidstaat om correcte en volledige informatie ter beschikking te stellen over de loon- en arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn op de gedetacheerde werknemers. Die sociale verplichtingen, die uitgebreid werden sinds 31 juli 2020, worden zwaar bestraft wanneer de werkgever van het land van herkomst ze niet naleeft.
We moeten echter vaststellen dat de ‘unieke nationale websites’ nog te weinig verstaanbaar zijn door een buitenlandse werkgever en dat de informatie over de sectorale cao’s te complex blijft. Die rechtsonzekerheid zou moeten verdwijnen, want hoe kan een werkgever bestraft worden als hij niet te goeder trouw toegang had tot de praktische informatie over de salarissen en de geldende arbeidsvoorwaarden? Op 10 maart kwam de cruciale kwestie nog eens naar boven via verschillende getuigenissen van ondernemingen.
VBO – De deelnemers spoorden ELA aan om een gemeenschappelijke structuur te creëren voor de nationale websites, alsook gemeenschappelijke concepten en modellen (templates) van themaformulieren, die uniform zijn in de 27 lidstaten. Bovendien zou het echt noodzakelijk zijn om over een helpdesk te beschikken binnen ELA, om de juiste informatie over de remuneraties en arbeidsvoorwaarden te krijgen alvorens een werknemer te detacheren, want er bestaan nog vele grijze zones. Daarnaast zijn bepaalde landen verplicht de levering van formulier A12 te verbeteren en versnellen, door de informaticaoplossingen te maximaliseren. Ten slotte vragen de werkgevers een grondige reflectie om een einde te maken aan de huidige 27 verschillende systemen van voorafgaande aangifte van detachering, ten voordele van een unieke Europese toepassing3. De rode draad van de beleidsmakers en de administraties, of ze nu Europees of nationaal zijn, moet zijn: vereenvoudig de realisatie van de interne markt en bescherm tegelijkertijd de werknemers!
1. European Labour Authority
2. Attest dat bewijst dat de werknemer in zijn land van herkomst is aangesloten bij de sociale zekerheid tijdens de duur van de detachering naar het buitenland.
3. Ons Belgisch LIMOSA-systeem zou daarvoor als ‘best practice’ kunnen dienen.