Inflatie blijft op hoog peil in april 2022
Volgens de laatste cijfers van het Belgische statistiekbureau (Statbel) kwam de consumptieprijsindex, die het algemeen prijspeil in België voor een gemiddelde referentiekorf van goederen en diensten meet, in april 2022 uit op 120,09 (basis 2013 = 100). Op jaarbasis komt dat neer op een toename van de consumptieprijzen met 8,3%. Na een ononderbroken stijging sinds januari 2021, blijft het inflatiepeil in april 2022 stabiel ten opzichte van maart 2022.
De inflatiegolf is hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de energieprijzen (op jaarbasis +139,6% voor aardgas, +49,7% voor elektriciteit, +57,8% voor huisbrandolie, +33,5% voor diesel en +21,0% voor benzine). De prijsstijgingen voor enkel die vijf producten nemen al 4,95 procentpunt van de gemeten inflatie van 8,3% voor hun rekening en zijn met andere woorden verantwoordelijk voor bijna 60% van de huidige stijging van de consumptieprijsindex. Hoewel vooral de energieprijzen aan de basis liggen van de algemene prijsstijgingen, gaan op dit moment ook de prijzen van talloze andere producten met meer dan 5% de hoogte in als gevolg van de hogere energie- en grondstoffenprijzen (+10,2% voor brood, +6,4% voor voeding en dranken om mee te nemen, +5,6% voor binnenmeubelen, +11,7% voor koffie enz.)
Ook in de gezondheidsindex, die met name wordt gebruikt voor de indexering van de huurprijzen, en de afgevlakte gezondheidsindex, die de basis vormt voor de indexering van de pensioenen, sociale uitkeringen en lonen, worden nog steeds versnelde prijsstijgingen opgetekend van respectievelijk 7,8% en 7,5%.
Regeringsmaatregelen helpen het inflatiepeil ietwat onder controle te houden
Met het oog op de prijzenexplosie nam de regering verschillende maatregelen ten voordele van de burgers. Zo waren er bijvoorbeeld de eenmalige tussenkomst van 80 euro voor gezinnen die recht hadden op het sociale tarief voor elektriciteit en/of aardgas op 30 september 2021, de tijdelijke btw-verlaging van 21% naar 6% op elektriciteit en gas, de tijdelijke uitbreiding van het sociale tarief voor elektriciteit en gas voor mensen die een verhoogde tegemoetkoming genieten, de federale verwarmingspremie van 100 euro, de stookoliecheque van 200 euro en de tijdelijke verlaging van het tarief van de bijzondere accijns op diesel en benzine. Al die maatregelen hebben een rechtstreekse impact op de consumptieprijsindex. Volgens de administratie kon het inflatiepeil mede dankzij de maatregelen met 2,2 procentpunt worden gedrukt. Met andere woorden, zonder de regeringsmaatregelen zou het inflatiepeil in april 2022 de 10% ruim hebben overschreden.
Evolutie van de inflatie in een nog steeds extreem onzeker klimaat
Wat brengt de toekomst? Op dit moment zijn de gevolgen van de oorlog in Oekraïne nog niet helemaal doorgesijpeld in de inflatie. Gezien de omvang van de schok, die op zijn beurt bovenop de prijsstijgingen als gevolg van het economisch herstel na de crisis komt, wordt gevreesd voor tweederonde-effecten. Dat is het gevolg van de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen enerzijds en de lonen - via de automatische indexering - anderzijds. De bedrijven hebben geen andere keuze dan die stijgingen door te rekenen in hun verkoopprijzen. Volgens de laatste prognoses van het Federaal Planbureau (FPB) van 5 mei 2022, zou de inflatie boven de 6% blijven tot januari 2023 om vervolgens tegen het einde van 2023 terug te lopen tot zo'n 2% (zie grafiek). Wat betreft de afgevlakte gezondheidsindex verwacht het FPB nu een totale stijging van 11,5% voor 2022 en 2023. Maar het FPB erkent ook dat die prognoses gehuld zijn in onzekerheid en dat de veronderstellingen waarop ze gestoeld zijn bijzonder veranderlijk zijn.
Inflatieprognoses van het Federaal Planbureau voor mei 2022 (stijging op jaarbasis)
Bronnen: Statbel en FPB.
België staat voor een grote competitiviteitscrisis
De regering is zich bewust geworden van de omvang van de huidige inflatiecrisis en heeft besloten in te grijpen om de meest kwetsbare gezinnen te beschermen. Het VBO juicht dat toe, maar roept op om de ondernemingen niet te vergeten. De huidige situatie is ook voor hen niet meer houdbaar. Zij worden immers ook geconfronteerd met stijgende energie- en grondstoffenprijzen, en nu ook met loonsverhogingen via het automatische indexeringsmechanisme. Op die manier zien de ondernemingen hun concurrentievermogen zeer snel slinken in vergelijking met dat van bedrijven in onze buurlanden. Als er niets gebeurt, zal onze absolute loonhandicap ten opzichte van onze drie belangrijkste handelspartners, Duitsland, Frankrijk en Nederland, die de afgelopen tien jaar werd teruggebracht tot iets meer dan 10%, tegen eind 2023 opnieuw oplopen tot 16%. Een decennium aan inspanningen van de kaart geveegd in minder dan 2 jaar ...
Absolute loonkostenhandicap sinds 1996 (België t.o.v. gemiddelde Duitsland, Frankrijk, Nederland)
Bron: Eurostat.
In die context is de strikte toepassing van de wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen van 1996 (aangepast in 2017) meer dan nodig, maar dat zou onvoldoende kunnen blijken om de enorme schok op te vangen. Daarom vraagt het VBO de sociale partners en de regering om dringend na te denken over mogelijke bijkomende maatregelen om de concurrentiekracht van onze ondernemingen te vrijwaren. Als er niet wordt ingegrepen, zal deze competitiviteitscrisis zich immers snel vertalen in verlies van marktaandelen, faillissementen en jobverlies.
Foto ©belga