Enkel structurele hervormingen kunnen belastingdruk op arbeid doen dalen

De Belgische belastingdruk op arbeid is als een blok aan het been van de Belgische economie dat al decennia de competitiviteit voor onze ondernemingen en de tevredenheid van onze werknemers in het gedrang brengt. Illustratief is de fiscale en sociale heffing van bijna 55 procent bij een loonsverhoging voor inkomens hoger dan 2.440 euro per maand. Het Belgische belastingsysteem is er dan ook niet op gericht om méér werken voor extra loon te stimuleren.


Koen De Munck, COMPETENTIECENTRUM FISCALITEIT & INVESTERINGEN
06 december 2022

En recente cijfers wijzen erop dat dit probleem alleen maar groter wordt: ondanks het feit dat in de afgelopen periode geen lastenverhogende maatregelen werden genomen ten aanzien van werknemers, blijkt uit berekeningen van de OESO(*) dat de belastingdruk in België zowel in 2021 als in 2022 is gestegen voor alle werknemers. Voor een alleenstaande werknemer met een gemiddeld inkomen (ongeveer 4.000 euro in 2022) nam de belastingdruk, die in 2020 nog 39 procent bedroeg, toe tot 39,5 procent in 2021 en ruim 40 procent in 2022. Daarmee zou de belastingdruk opnieuw een niveau bereiken van vóór 2018, en daarmee de taxshift onder de regering-Michel in grote mate tenietdoen.

De gebrekkige jaarlijkse fiscale indexatie en de selectieve maatregelen die met de minitaxshiftwet van 28 maart 2022 werden genomen – met name de versterking van de werkbonus en de eerste fase van de uitdoving van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid – konden die stijging niet voorkomen. In sommige gevallen werd de belastingdruk zelfs verhoogd.

Het is duidelijk dat aanpassingen in de marge, zoals het vertrekpuntpunt voor een eerste fase van de fiscale hervorming dat door de regering op 11 oktober 2022 werd beslist, niets fundamenteels kunnen wijzigen aan de hoge belastingdruk op arbeid in België. Een vergelijking met de buurlanden toont aan dat werknemers (met uitzondering van zij die van de werkbonus kunnen genieten) structureel aanzienlijk minder overhouden dan werknemers in de buurlanden met eenzelfde loon. Dat verschil loopt op van gemiddeld 6 tot 8 procent minder nettoloon.

De oorzaak van dat structurele verschil ligt in de breedte van onze belastingschijven en de tariefstructuur die een extreem oplopende progressiviteit veroorzaken. Het principe van ‘de sterkste schouders dragen het meeste bij’ is in België dan ook volledig uitgerekt, waardoor een werknemer met een inkomen van meer 3.918 euro (m.a.w. vanaf het gemiddelde inkomen in 2022) reeds aan het allerhoogste tarief wordt belast. Werknemers in de buurlanden houden meer netto over omdat daar lagere tarieven met voldoende brede belastingschijven worden gehanteerd. Bovendien zijn in de meeste buurlanden de bijdragen aan de sociale zekerheid geplafonneerd.

Het wordt tijd dat de regering afstapt van de aanpassingen in de marge, die duidelijk op (korte) termijn wegsmelten als sneeuw voor de zon, en eindelijk alle middelen inzet om in te grijpen in de barema’s, door voor alle werknemers de tarieven te verlagen en de belastingschijven te verbreden. Enkel op die manier kan de belastingdruk naar het voorbeeld van onze buurlanden worden genormaliseerd.

(*) OECD (2022). Taxing Wages 2022.

Foto ©belga

Onze partners

Actiedomeinen

Een gezond ondernemingsklimaat is essentieel voor een gezonde economie en duurzame groei in België. Als VBO nemen we de verantwoordelijkheid om de motor van onze welvaartsstaat op kruissnelheid te houden. Om dat te bereiken, focussen we op 18 actiedomeinen die bijdragen tot een duurzame groei.


VBO-NIEUWSBRIEVEN EN PERSBERICHTEN

Schrijf u nu in en ontvang wekelijks de laatste artikelen direct in uw mailbox.