Minitaxshift en energiedeal: een deel van de weg is afgelegd maar het belangrijkste moet nog komen
Naast een akkoord over maatregelen om de energiefactuur te verlagen, heeft de regering ook een principeakkoord bereikt over het voorontwerp van wet tot concretisering van de minitaxshift. In beide koopkrachtdossiers is een stuk van de weg afgelegd maar moet het belangrijkste nog komen.
Evenwichtige energiedeal, maar vermijden dat het een slag in het water wordt
De regering heeft beslist om de energiefactuur op korte termijn te verlagen via een combinatie van maatregelen. Een tijdelijke btw-verlaging op elektriciteit van 21% naar 6%, een verdere verlenging met een kwartaal van het sociaal energietarief en een energiecheque van 100 euro. Een evenwichtig pakket dat zowel de laagste inkomens als de middenklasse ten goede komt. Zal dat een invloed op de inflatie hebben? Dat valt nog af te wachten, maar zal alvast zeer beperkt en tijdelijk zijn.
Wat er ook van zij, een saga met oplopende energieprijzen dreigt zich in de komende jaren nog meermaals te herhalen wanneer we in de ruimere discussie omtrent onze toekomstige energiemix verkeerde keuzes maken die ons in de periode 2025-2035 zuur kunnen opbreken.
“Het is goed dat er een evenwichtige energiedeal is. Naast de bijzondere aandacht voor de laagste inkomens werd deze keer ook de middenklasse niet vergeten. De impact op de inflatie zal evenwel maar tijdelijk zijn. Maar dé lakmoesproef komt er op 18 maart pas wanneer de definitieve knoop zal worden doorgehakt omtrent het al dan niet openhouden van twee kernreactoren. Afhankelijk van die keuze zal het scenario van de voorbije maanden zich nog meermaals herhalen of niet. De energiedeal van vandaag moet met andere woorden passen in een ruimere visie op onze energiemix in de periode 2025-2035. Anders dreigt het een slag in het water te worden”, besluit Pieter Timmermans, CEO van het VBO.
Minitaxshift is beperkt, maar progressiviteit belastingschalen blijft ongewijzigd
Die minitaxshift is bedoeld om de sociale bijdragen op arbeid ten laste van de werknemers te verlichten. Enerzijds zal het barema van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid worden herzien om de impact ervan op de lage en middenlonen te beperken. Anderzijds wordt de werkbonus versterkt, door het loonplafond waarop die van toepassing is, op te trekken. Op die manier zouden de nettolonen van de betrokken werknemers stijgen met het bedrag van de socialebijdragevermindering. En om dat alles te financieren wordt onder meer de bestaande korting op de bedrijfsvoorheffing voor nacht- en ploegenarbeid teruggeschroefd.
Het VBO is van mening dat de gemaakte keuzes jammer genoeg geen oplossing bieden voor het fundamentele probleem van de belasting op arbeid, dat voortkomt uit een veel te progressieve belastingschaal (50% fiscale en parafiscale druk vanaf een belastbaar inkomen van 13.540 euro op jaarbasis) die ook een stuk hoger ligt dan in onze buurlanden. Voor alle werknemers in de gewone belastingschalen verandert er dus niets. Bovendien worden de promotievallen nog altijd niet structureel weggewerkt.
Ook de financiering van deze minitaxshift kunnen we helemaal niet onderschrijven, aangezien de lichtere parafiscaliteit voor de lage lonen in grote mate zal worden gefinancierd door hogere kosten op ploegen- en nachtarbeid voor de werkgevers. De regering heeft immers beslist om de begrotingskost van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing met 100 miljoen euro terug te schroeven.
Korting loonkost ploegen- en nachtarbeid: nachtmerrie afgewend
Dankzij intens en gecoördineerd overleg tussen het VBO, zijn sectoren, hun leden-ondernemingen en de regering kon het ergste worden vermeden. De opties die oorspronkelijk op tafel lagen, vertegenwoordigden een begrotingsenveloppe van bijna 500 miljoen euro (het vijfvoudige van de beoogde doelstelling) en zouden tal van ondernemingen hebben benadeeld die eenvoudigweg niet meer hadden kunnen voldoen aan de nieuwe opgelegde voorwaarden (terwijl ze de maatregel wel altijd correct hadden toegepast). De regering heeft gelukkig tijdig ingezien dat de kritiek vanop het terrein gefundeerd was en kon die argumenten dan ook grotendeels in rekening nemen bij het opstellen van de finale teksten.
“Deze zogenaamde minitaxshift mag in geen geval een voorbeeld zijn voor de globale fiscale hervorming. De verlaging van de fiscale druk in hoofde van de werknemer financieren via een verhoging van de loonkosten voor de ondernemingen is geen goede strategie, zeker wanneer onze ondernemingen in de komende jaren zullen kreunen onder een lawine van kostenexplosies. Een dergelijke aanpak kan zelfs de loonwig (het verschil tussen de loonkost voor de werkgever en het nettoloon voor de werknemer) waarvoor we nu reeds de weinig benijdenswaardige eerste plaats op de OESO-ranking innemen, nog vergroten. Gelukkig kon er inzake de korting in de bedrijfsvoorheffing voor ploegen- en nachtarbeid een catastrofe vermeden worden via constructief overleg, gebaseerd op de realiteit van op het terrein”, geeft Pieter Timmermans, CEO van het VBO, mee.
Foto @belga