Meeste onderbrekingsuitkeringen ooit door corona-ouderschapsverlof
Het corona-ouderschapsverlof heeft het totaal aantal verlofopnames in 2020 sterk de hoogte in geduwd. Het zorgde voor een nooit geziene opname. Dat blijkt uit het jaarverslag van de RVA van 2020. Zo hebben bijna 415.000 verschillende personen hun loopbaan onderbroken in 2020 (6,5% meer dan in 2019). 1 op 4 van hen heeft gebruik gemaakt van het corona-ouderschapsverlof.
Het corona-ouderschapsverlof was van toepassing van 1 mei 2020 tot en met 30 september 2020 en werd ingevoerd om tegemoet te komen aan de organisatie van kinderopvang bij werkende ouders in het geval van sluiting van de school of de kinderopvang. Wat de hoge opname van dat corona-ouderschapsverlof kan verklaren is dat het bovenop het gewone ouderschapsverlof kwam en een hogere uitkering had dan dat van het gewone stelsel. Daarbij werd het ook geneutraliseerd voor de opname van het tijdskrediet. Op die manier werd het gemakkelijker om even uit een lopend tijdskrediet te stappen, en na de opname van het corona-ouderschapsverlof zonder problemen het oorspronkelijke stelsel weer verder te zetten.
Het overloopeffect van het corona-ouderschapsverlof was reëel. Bijna de helft van de gebruikers van dit corona-ouderschapsverlof nam dat ter vervanging van een andere vorm van onderbreking. Dat zorgde ervoor dat in 2020 het gebruik van het ouderschapsverlof (inclusief corona-ouderschapsverlof) toenam met 31,5% terwijl het gebruik van de andere onderbrekingsstelsels afnam: verlof voor medische bijstand met 0,9%, palliatief verlof met 11,1%, en tijdskrediet (in de privésector) met 11,5%.
Het is ook niet onlogisch dat door de populariteit van het corona-ouderschapsverlof de stijging van de thematische verloven met uitkeringen het grootst was bij de leeftijdscategorie van 30 tot 49 jaar en bij de deeltijdse onderbrekingen. Meer dan de helft van de uitkeringsgerechtigden van de thematische verloven vermindert de arbeidstijd met 1/5.
Ten slotte is er een oververtegenwoordiging van vrouwelijke gebruikers in quasi alle stelsels van loopbaanonderbreking. De ratio is meestal 2/3 vrouwen en 1/3 mannen. Bij het corona-ouderschapsverlof steeg die ratio zelfs naar 3/4 vrouwen. 75% van alle opnames was voor rekening van vrouwen. Hoewel de gezinnen duidelijk nood hadden aan instrumenten om het moeilijke evenwicht werk-gezin door de COVID-maatregelen georganiseerd te krijgen, is deze ongelijke opname tussen mannen en vrouwen een belangrijk signaal voor de beleidsmakers. Het uitbreiden van bestaande verlofregelingen was duidelijk niet het juiste antwoord. We moeten dringend evolueren naar een nieuwe verlofregeling die gendergelijkheid bevordert en inzet op een betere combinatie tussen werk en gezin voor beide ouders.