Bescherming van tekeningen en modellen: een onterecht ondergewaardeerd IE-recht
Het tekeningen- of modellenrecht is van toepassing op de bescherming van het uiterlijke aspect (het design of de lay-out) van producten. Het kan bijvoorbeeld gaan om de vorm van een fles, het design van een meubelstuk, het patroon van een stof, de rondingen van een auto of de vormgeving van een smartphone.
Die industriële ontwerpen maken producten aantrekkelijk. Visuele aantrekkingskracht is een van de belangrijkste factoren die de keuze van de consument voor een bepaald product beïnvloeden. De titularis van een tekening of model heeft het recht derden te verbieden om een product waarin een tekening of model is verwerkt dat gelijk of gelijkaardig is aan het zijne voor commerciële doeleinden te gebruiken.
Het tekeningen- of modellenrecht is een belangrijke tak van het intellectuele-eigendomsrecht die historisch werd verwaarloosd maar steeds meer aandacht krijgt van zowel wetgevers als industriëlen.
WAAROM?
Waarom is dit vaak onderschatte intellectuele-eigendomsrecht zo belangrijk? Waarom zou je een tekening of model deponeren?
Zowel de ontwerper als de industrieel hebben belang bij het deponeren van industriële tekeningen of modellen. De ontwerper kan zo namelijk de resultaten van zijn creatieve inspanningen en de investeringen met betrekking tot esthetiek in de industrie en in de traditionele kunsten en ambachten valoriseren. Dat recht is een instrument om de marktwaarde van producten te verhogen en inkomsten te genereren door middel van vergunningen. Het is ook vaak een nuttige aanvulling op de octrooibescherming.
Bovendien kan de industrieel, wanneer het octrooi dat een nieuw product, zoals een geneesmiddel of een wasmiddel, beschermt, afloopt, overwegen zijn product een nieuw ‘exclusief’ leven te geven door middel van een specifieke verpakking of een nieuwe vorm, die hij aan de hand van een industriële tekening of een industrieel model kan beschermen.
Om innovatie en nieuwe productontwerpen in het digitale tijdperk aan te moedigen, wordt het steeds noodzakelijker dat de rechtsbescherming van de rechten op tekeningen en modellen toegankelijk, duurzaam, doeltreffend en consistent is.
TWEE INCENTIVES
In november 2022 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn inzake de rechtsbescherming van modellen en een voorstel voor een verordening betreffende Gemeenschapsmodellen.
Beide voorstellen beogen een modernisering van de bestaande verordening en richtlijn. Ze sluiten aan op het Europese actieplan inzake intellectuele eigendom van november 2020.
Daarmee wil de EC in de eerste plaats de beschermingssystemen voor IE moderniseren en de bescherming aantrekkelijker maken voor zelfstandige ontwerpers en ondernemingen, in het bijzonder de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), zodat ze er meer gebruik van zouden maken.
In een tweede fase is het de bedoeling de procedures te harmoniseren en ervoor te zorgen dat ze de nationale systemen voor de bescherming van tekeningen en modellen aanvullen. In dat verband vragen sommigen zich af of het zinvol is een Benelux- en een Europees beschermingsstelsel naast elkaar te laten bestaan.
Wat de digitalisering betreft, zal de voorgestelde harmonisering van de vereisten voor de weergave van tekeningen en modellen de aanvragers in staat stellen hun modellen overal duidelijk en nauwkeurig te reproduceren met behulp van algemeen beschikbare technologie. Dat zal het gemakkelijker maken om bijvoorbeeld nieuwe digitale tekeningen of modellen in te dienen. Wat de vereenvoudiging betreft, zal de voorgestelde grotere harmonisatie de ondernemingen in staat stellen om, waar zij maar willen op nationaal niveau, meerdere aanvragen in te dienen door verschillende modellen in één aanvraag te groeperen, zonder zich te moeten beperken tot producten van dezelfde aard.
In de derde fase, ten slotte, is het doel van de voorstellen om de reproductie van originele tekeningen of modellen voor de reparatie van complexe producten mogelijk te maken, door een ‘reparatieclausule’ in te voeren. Op die manier kunnen in geval van reparatie onderdelen worden gereproduceerd die identiek zijn aan de originele onderdelen.
De voorstellen voor een richtlijn en een verordening worden momenteel bestudeerd door de Raad voor de Intellectuele Eigendom, waarvan het VBO lid is. Ze moeten uiterlijk in 2024 klaar zijn.