Begrotingscontrole 2023: kleine maar belangrijke stap richting sanering overheidsfinanciën

Eind vorig jaar werd de Belgische begroting voor 2023 door het parlement goedgekeurd met een verwacht tekort voor de gezamenlijke Belgische overheden van 33,6 miljard euro of 5,9% van het bbp. Een aanzienlijke achteruitgang ten opzichte van het tekort van 22,5 miljard euro of 4,1% van het bbp in 2022.


Pieter Timmermans, GEDELEGEERD BESTUURDER
05 april 2023

Die ongunstige ontwikkeling was vooral toe te schrijven aan de sterke stijging van de energieprijzen in de loop van 2022. Daardoor stegen de verwachte uitgaven voor de overheid in 2023 veel forser dan de verwachte inkomsten via belastingen en sociale bijdragen. Vooral de verwachte toename van de overheidskost voor de sociale tarieven voor gas en elektriciteit, en de naar verwachting aanhoudend hoge indexeringen van de sociale uitkeringen (pensioenen, ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheid, inkomensgarantie voor ouderen (IGO), leeflonen …) en de lonen van het overheidspersoneel (ambtenaren, leraren, politie, justitie, leger) waren daarvoor verantwoordelijk.

Begrotingscontrole is initieel een tussentijdse controle van de begroting

De begrotingscontrole die elk jaar in de loop van maart gebeurt, heeft normaal enkel als doel om na te gaan of de begroting van dat jaar zich wel degelijk op het voorziene pad bevindt. Voor 2023 stelde zich niet direct een probleem: door de sterke daling van de energieprijzen tussen december 2022 en januari 2023, moest immers minder dan voorzien worden uitgegeven aan sociale tarieven voor elektriciteit en gas (-1 miljard euro), aan indexeringen voor sociale uitkeringen en ambtenarenlonen op federaal niveau (-1,6 miljard euro) en aan lonen voor overheidspersoneel op regionaal en lokaal niveau (-2,8 miljard euro). Daardoor zou het tekort van alle Belgische overheden in 2023 stranden op 27,6 miljard euro of 4,8% van het bbp: 6 miljard of 1,1%-bbp minder dan verwacht in de begroting 2023.

Maar dus nog altijd 5 miljard euro of 0,7%-bbp meer dan in 2022 … En ook voor de komende jaren ziet de ontwikkeling van onze overheidsfinanciën er volgens de laatste ramingen van het Federaal Planbureau en het Monitoringcomité (zelfs na de correctie voor een materiële fout van 5 miljard euro) niet goed uit. Door sterk toenemende vergrijzingskosten en opnieuw stijgende interestlasten zou het tekort van alle Belgische overheden bij ongewijzigd beleid in 2024-2028 opnieuw opwaarts evolueren richting meer dan 5% van het bbp. Wat onze overheidsschuld opnieuw op een fors opwaarts – en op lange termijn onhoudbaar – traject richting 120% van het bbp zou doen belanden.

Extra inspanning voor 2024

Het is in die context en na waarschuwingen van de Europese Commissie en de Nationale Bank, dat de premier ervoor heeft gekozen om tijdens deze controle van de begroting 2023 ook al een inspanning van 1,8 miljard euro (of 0,3% van het bbp) te leveren voor 2024. Die inspanning werd enerzijds gerealiseerd door langs de uitgavenkant 782 miljoen euro te besparen, vooral door de sociale uitkeringen (werkloosheid en tijdelijke werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, IGO, leefloon, minimumpensioenen) en de uitgaven in de gezondheidszorg (iets) minder sterk te laten stijgen dan voorzien. Wat gezien hun recente, uiterst sterke stijging (door indexeringen en sociale maatregelen) zeker toe te juichen valt.

Daarnaast werd ook voor 779 miljoen euro nieuwe inkomsten gevonden. Waarvan 100 miljoen euro via uitstel van de geplande verhoogde investeringsaftrek. Jammer, want dat is een belangrijke flankerende maatregel voor de bedrijven om de stijging van de belastingdruk door de invoering van een internationale minimumbelasting vanaf 2024 enigszins te compenseren. De bijkomende inkomsten van die minimumbelasting voor de Belgische schatkist werden bovendien nog eens 334 miljoen euro hoger ingeschat dan de al gebudgetteerde 300 miljoen euro. Die extra inkomsten worden volledig aangewend om het tekort in 2024 te beperken en kunnen dus niet meer worden gebruikt om een eventuele fiscale hervorming te financieren. Het moet duidelijk zijn dat men de financieringsmiddelen voor die fiscale hervorming nu niet opnieuw bij de bedrijven kan gaan zoeken. Meer nog: een fiscale hervorming die hoofdzakelijk door de bedrijven gefinancierd wordt, is in de huidige omstandigheden van oplopend concurrentieverlies, stevige inflatie, stagnerende investeringen en jojoënde energieprijzen absoluut te vermijden.

“Het moet duidelijk zijn dat men de financieringsmiddelen voor de fiscale hervorming niet opnieuw bij de bedrijven kan gaan zoeken”

 

Onaanvaardbaar precedent: besparingen afwentelen op private sector

De regering besliste bovendien dat de besparingen op de tijdelijke werkloosheid (vermindering van het uitkeringspercentage van 65% naar 60%) deels door de bedrijven moeten worden bijgepast om de uitkering toch nog naar een hoger niveau te tillen voor de tijdelijk werkloze. Het is uiteraard onaanvaardbaar dat de federale regering een deel van haar besparingen simpelweg afwentelt op de bedrijven uit de private sector. En dan bovendien nog op diegenen die al in slechte papieren zitten, aangezien zij het zijn die in hoge mate een beroep moeten doen op de tijdelijke werkloosheid.

De hervorming van de arbeidsmarkt heeft veel diepgaandere ingrepen nodig. De werkgelegenheidsmaatregelen die onder andere de interregionale mobiliteit van Vlaamse, Brusselse en Waalse werkzoekenden aanscherpt, zijn daar een goed voorbeeld van. De gewestgrens mag geen obstakel meer zijn om een passende job te aanvaarden.

Structurele hervormingen blijven noodzakelijk

Na en naast deze begrotingscontrole 2023 is het natuurlijk cruciaal dat de regering de nodige structurele hervormingen doorvoert (pensioenhervorming, arbeidsmarkthervorming richting 80% werkzaamheidsgraad) die moeten voorkomen dat de overheidsuitgaven de komende jaren verder stijgen.

Al bij al is het dus positief dat de regering bij haar begrotingscontrole 2023 besliste om de broodnodige sanering van de overheidsfinanciën in 2024 aan te vatten. Alleen is het bijzonder jammer dat daarbij opnieuw een aantal lastenverzwaringen bij de bedrijven wordt gelegd. Nochtans worden de Belgische bedrijven momenteel geconfronteerd met een aftakelende competitiviteit en een dalende winstgevendheid. Een maatregelenpakket om die zaken op te vangen, was dan ook meer op zijn plaats geweest dan nog eens extra lasten op te leggen aan de bedrijven of te beknibbelen op geplande maatregelen, zoals de verhoogde investeringsaftrek voor groene investeringen. En structurele hervormingen in pensioenen en arbeidsmarkt blijven meer dan ooit nodig.

Onze partners

Actiedomeinen

Een gezond ondernemingsklimaat is essentieel voor een gezonde economie en duurzame groei in België. Als VBO nemen we de verantwoordelijkheid om de motor van onze welvaartsstaat op kruissnelheid te houden. Om dat te bereiken, focussen we op 18 actiedomeinen die bijdragen tot een duurzame groei.


VBO-NIEUWSBRIEVEN EN PERSBERICHTEN

Schrijf u nu in en ontvang wekelijks de laatste artikelen direct in uw mailbox.