Het IPA is een belangrijke factor voor sociale vrede
Het sociaal overleg is regelmatig het voorwerp van kritiek. Soms is dat terecht, wanneer vakbonden en werkgevers in een egelstelling kruipen en niet in staat zijn om akkoorden te sluiten. Even vaak is dat onterecht en worden moeizaam bereikte akkoorden aangevallen op een symbolische kwestie die deel uitmaakt van een globaal compromis. Ook het ontwerp van interprofessioneel akkoord van dit en volgend jaar kon niet aan die tendens ontsnappen.
Dat het niet hielp dat het akkoord niet onderschreven werd door de socialistische achterban staat buiten kijf, maar door een koninklijk besluit in verband met de loonnorm en interprofessionele cao’s in de Nationale Arbeidsraad werd het ontwerp van IPA nagenoeg volledig uitgevoerd. Vervolgens gingen de sectoren ermee aan de slag. Die kopten de interprofessionele voorzet mooi binnen: in de periode tussen 24 april en 7 oktober sloten maar liefst 32 paritaire comités een akkoord over meer dan 70 thema’s, en dat voor meer dan 1,4 miljoen arbeidsplaatsen.
In de eerste plaats hebben de sectoren doorgaans beslist om niet af te wijken van de 1,1% loonsverhoging bepaald in het IPA. Hoewel de loonmarge van 1,1% door de vakbonden als een rem op het loonoverleg wordt weggezet, is de loonnormwet essentieel om de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven te vrijwaren. Dat heeft alles te maken met het systeem van automatische indexering en de baremieke verhogingen van de lonen, die uniek zijn in Europa. De loonnormwet legt een duidelijk kader vast met de bedoeling om de marge voor bijkomende verhogingen te laten afhangen van de loonkostenevolutie in de buurlanden (Frankrijk, Duitsland en Nederland). Die moet ervoor zorgen dat de loonkostenhandicap van België ten opzichte van de ons omringende landen niet verder oploopt en de historische handicap, die het gevolg is van talrijke loonontsporingen in het verleden en vandaag om en bij de 11% bedraagt, verder wordt weggewerkt. Iedereen weet immers dat we een ontsporing van de loonkosten ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners cash betalen in jobverlies en bijgevolg koopkracht verliezen. Gelukkig verhindert de loonnormwet dat scenario.
Daarnaast hebben bijna alle sectoren uitdrukkelijke bepalingen opgenomen over de verhoging van de sectorale minimumlonen. In bijna alle gevallen is de verhoging dezelfde als de verhoging toegepast voor alle lonen in het luik koopkracht. In de NAR zijn ook nog besprekingen over de verhoging van het interprofessioneel minimumloon lopende, in uitvoering van het ontwerp van IPA.
Ten derde hebben werkgevers en vakbonden in het ontwerp van IPA volop ingezet op een ‘modal shift’ door de keuze voor het openbaar vervoer en duurzame vervoersmodi te stimuleren. De sectoren hebben daar wel degelijk gevolg aan gegeven: zo is bijvoorbeeld het gebruik van de fietsvergoeding (door ze ofwel in te voeren ofwel het bestaande bedrag te verhogen) exponentieel gestegen.
Over symbooldossiers gesproken, SWT en eindeloopbaan was er zo eentje. De belangrijkste verwezenlijking in het ontwerp van IPA is dat er een akkoord werd bereikt over het optrekken van de leeftijdsgrenzen naar 60 tot 62 jaar voor alle stelsels. Daarmee hebben de sociale partners gevolg gegeven aan de opdracht van de federale regering om via een aanpassing van het tijdspad de leeftijdsdoelstellingen opgelegd in het regeerakkoord te bereiken. De einddata en bijhorende leeftijdsverhogingen liggen vast. Op twee paritaire comités na worden in alle sectoren de SWT-stelsels aangepast of verlengd conform de mogelijkheden die de cao’s afgesloten in de NAR hiervoor boden.
Uiteindelijk hebben, op enkele paritaire comités na, bijna alle sectoren een bepaling opgenomen in verband met opleiding en vorming. Voor bedrijven is vorming en opleiding een belangrijk deel van een goed personeelsbeleid. De uitdagingen in het kader van de digitalisering maken een verdere inzet daarop ook noodzakelijk.
Hadden we als VBO meer uit het IPA willen halen? Natuurlijk. Onze verwachtingen en onze ambities liggen steeds hoger dan het resultaat dat we bereiken, net omdat we een globaal compromis verkiezen boven onszelf te parkeren in ons eigen gelijk. De resultaten op sectoraal niveau hebben alvast aangetoond dat het interprofessioneel akkoord een belangrijke factor is voor sociale vrede.
> Hier kan u de volledige VBO-analyse terugvinden van de resultaten van de sectorale onderhandelingen.
> Een samenvattende tabel vindt u hier terug.