Loonoverleg helpt sociale vrede te bewaren
Na een analyse door het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) van de loonakkoorden van 2021-2022 van meer dan 85% van de industrie- en dienstensectoren in uitvoering van het sociaal akkoord van 8 juni 2021, valt vooral op dat de meesten van hen de maximale loonmarge van 0,4% hebben toegekend. Daarnaast werd er ook massaal gebruik gemaakt van de coronapremie, om werknemers van bedrijven die het goed hebben gedaan tijdens de coronacrisis, een extra koopkrachtcheque te geven.
Loonmarge van 0,4%
De meeste sectoren gaan voor de toekenning van de volledige marge, zowel voor de effectieve lonen, de minimumlonen als de barema’s. Afhankelijk van de sector wordt er al dan niet ruimte gelaten voor een concrete invulling in de onderneming. De lonen worden in meeste gevallen pas verhoogd vanaf december 2021 of januari 2022. Om de niet-retroactieve toepassing van de loonsverhogingen te compenseren grijpen sommige akkoorden naar het toekennen van een vaste premie, of zelfs een coronapremie. In slechts enkele sectoren werd de loonmarge niet toegekend, waardoor het loonoverleg op ondernemingsniveau plaatsvindt.
Coronapremie
Volgens het sociaal akkoord van 8 juni 2021 kunnen ondernemingen die tijdens de crisis goede resultaten hebben behaald hun werknemers in 2021 bovenop de marge van 0,4% een eenmalig bedrag van maximum 500 euro toekennen in de vorm van een coronapremie (een soort van consumptiecheque). De meeste sectoren kozen voor de toekenning van de premie, al dan niet gekoppeld aan economische (o.a. winst, omzet, geen verlies) of andere criteria. Koopkrachtpremies die al werden toegekend, werden veelal in mindering gebracht. De hoogte van de premie varieert van 40 tot 500 euro.
Groene mobiliteit
De tendens die bij de vorige akkoorden al kon worden vastgesteld zet zich verder door: de fietsvergoeding is het middel bij uitstek om werknemers aan te moedigen om de woon-werkverplaatsingen meer met de fiets te doen. Sommige sectoren voeren de fietsvergoeding in, terwijl andere de regeling uitbreiden door het optrekken van de vergoeding, of het aantal gereden kilometers. Maar ook de werkgeverstussenkomst in de kost van het openbaar vervoer is een veelgebruikt middel voor een groenere mobiliteit.
Vorming
Niettegenstaande de beslissing van de regering om voortaan 5 dagen individueel vormingsrecht per jaar aan elke werknemer toe te kennen, die daarmee het sociaal overleg volledig doorkruist, maken de sectorale sociale partners afspraken om het groeipad voor collectieve vormingsrechten verder invulling te geven. Opmerkelijk en vooral moedig is de afspraak in één sector om aan dat recht ook een plicht te koppelen. Daarmee wordt een duidelijk signaal gegeven dat vorming noodzakelijk is voor iedereen in onze snel veranderende wereld en waarmee ook ingezet wordt op de leercultuur, die vandaag nog niet tot het DNA van de Belgische beroepsbevolking hoort.
Telewerk en deconnectie
Over telewerk doen de sociale partners van meerdere sectoren aanbevelingen aan de ondernemingen. Daarmee bieden ze voldoende ruimte voor een invulling op maat van de onderneming, wat voor telewerk noodzakelijk is. Wanneer het gaat over deconnectie worden de ondernemingen gevraagd om richtlijnen uit te werken, of wordt gevraagd om te sensibiliseren over de risico’s op overdreven connectiviteit.
VBO – De resultaten van deze ronde van het loonoverleg liggen in de lijn van de verwachtingen. Naast het toekennen van de volledige loonmarge van 0,4% krijgt een groot deel van de werknemers recht op extra koopkracht door de eenmalige coronapremie, die tot 500 euro kan oplopen. De fietsvergoeding is aan een verdere opmars bezig, en geeft daarmee invulling aan een groene mobiliteit, waartoe de Groep van 10 in het vorige interprofessioneel overleg al had opgeroepen. Daarmee wordt de moeilijke coronaperiode tot een goed einde gebracht, en wordt de sociale vrede bewaard, wat de grote verdienste is van goed sociaal overleg.
Foto @Unsplash